Profiling in musea – geen detectiepoortje kan op tegen een mooie jonge vrouw

26/02/2014 – 15:16

“Rijks verruilt bewaker voor geheim agente” (Het Financieel Dagblad, 8 februari 2014).

Volgens Emile Broersma, hoofd beveiliging van het Rijksmuseum te Amsterdam, kan de nieuwste elektronische detectieapparatuur niet tippen aan goed getrainde mensen. Een zeer aanvechtbare appels-met-peren vergelijking. Op grond van goede argumenten kan het tegenovergestelde beweerd worden. De onwetenschappelijkheid druipt van Broersma’s niet gefundeerde opmerking af; niveau STER reclame. Ik krijg er dezelfde kriebels bij als bij de gezondheidclaims van cholesterol verlagende voedingsmiddelen, calorieloze cola’s, wasmiddelen die witter dan wit wassen en auto’s die 1 op 50 rijden. Stuitende borstklopperij. Hier preekt de vos de passie, want wat is er aan de hand?

Broersma, nauwelijks nog verhuld, prijst een beveiligingsmethodiek aan die zijn makkers van Art Secure al enkele jaren aan musea proberen te slijten via cursussen ‘predictive profiling’. Sterker nog: Broersma trad namens Art Secure op als cursusleider in andere musea. Er heeft zich een kongsi gevormd van voormalige politiemensen die, met eurotekens op het netvlies, onbewezen succes claimen bij de beveiliging van musea.

Is predictive profiling dan nutteloos? Ik zal niet in dezelfde kuil als Broersma en consorten vallen door ongefundeerd het tegendeel te beweren van hun promotalk. Goed observeren van individuen in mensenmassa’s zal ongetwijfeld nut hebben, zeker indien die observatie gebaseerd is op instructie en oefening. Niets op tegen. Echter, wanneer succesverhalen komen uit de mond van mensen die direct of indirect financieel belang hebben bij het aanprijzen van een product en wanneer dat product dan ook nog eens aangeprezen wordt als DE oplossing, dan ontstaat bij mij argwaan. Hoed je voor de adviseur die oplossingen verkoopt.

Afgelopen zomer heb ik aan den lijve ondervonden hoe betrekkelijk het succes van die aangeprezen observatiemethodiek is. TV zender AT5 nodigde mij via een e-mail uit mee te werken aan een undercover test van de beveiliging van het Rijksmuseum. Ik wilde daar, natuurlijk, niet aan meewerken en stuurde de mail van AT5 door naar Broersma in het Rijksmuseum en zijn collega Drenth (ten overvloede: ook ex-politie en ook met een lijntje naar Art Secure) van het Van Goghmuseum. Beide heren schoten in een onbegrijpelijke angststuip. Hoewel ze die AT5 mail van mij kregen, nam geen van beiden de moeite met mij contact op te nemen. Vooral Broersma maakte het bont. Hij liet via een PowerPoint presentatie – let wel, in mijn bezit – drie dagen achtereen tijdens de ochtendbriefing in het Rijksmuseum mijn portret aan alle beveiligingsmedewerkers zien onder het kopje ‘verdachte personen’, met de nadrukkelijke opdracht om zodra ik het Rijks betrad de meldkamer te alarmeren en met het even nadrukkelijke verbod met mij in gesprek te gaan. Interessant is dat ik alle dagen waarop mijn portret op diffamerende wijze werd getoond door medewerkers uit het Rijksmuseum werd gebeld. Tot zover de falende solidariteit van die medewerkers met hun beveiligingsbaas. In plaats van die overspannen actie had een telefoontje van Broersma, of Drenth, naar mij alle kou uit de lucht kunnen helpen.

Broersma’s door achtervolgingswaanzin ingegeven geklungel kon niet anders dan als een rechtstreekse uitnodiging om het Rijks te bezoeken worden opgevat. Een riskante onderneming, begrijp ik nu uit het artikel in Het Financieel Dagblad, want lekkere meiden ‘die minder snel dan mannen afgeleid zijn’ en met ‘genetisch meer oog voor detail’ zouden via hun niet te onderschatten observatievaardigheden mij natuurlijk meteen door hebben, de meldkamer zou gealarmeerd worden en niemand zou het aandurven met mij in gesprek te gaan. ‘Genetisch meer oog voor detail’? Heeft Broersma na meerdere feministische golven en jarenlange emancipatie een typisch vrouwenberoep gevonden? Wat een van machismo doordrenkte discriminatie. Medewerkers worden door Broersma zonder enige schroom op basis van genen en uiterlijk geselecteerd. Is dat officieel Rijksmuseumbeleid? Die Dr. Cesare Broersma Lombroso toch! Van alle markten thuis, een multi-talent.

Ik zag tijdens mijn bezoek aan het Rijks bij de ingang slechts geanimeerd met elkaar kletsende beveiligers; het viel mij op dat bezoekers overdreven populair en tutoyerend, of in steenkolenengels werden aangesproken – plaatsvervangende schaamte was mijn deel – en dat een bezoeker een terracotta dubbelportret op de ‘beletage’, in de oostelijke kabinetten, liefkoosde, bekrabbelde en zich met zijn arm om het terracottabeeld door zijn partner liet fotograferen. Nogal afwijkend gedrag, maar geobserveerd door die schoonheidskoninginnen met bijzondere genen? Nee.

Kreeg ik enige extra aandacht bij mijn bezoek? Ik moet, gebukt onder teleurstelling, ontkennen. Werd de meldkamer of een leidinggevende geïnformeerd over mijn aanwezigheid? Nee. Hielden de mij bekende medewerkers zich aan het nadrukkelijke verbod met mij te spreken? Mag ik die vraag onbeantwoord laten? Fantaseert u maar, net zoals Broersma fantaseert over het effect van ‘predictive profiling’ en de observatiekwaliteiten van mooie meisjes.

Ik heb nooit de loftrompet geblazen over enig beveiligingssysteem omdat zulks zich tegen je keert wanneer het fout gaat. Hopelijk valt Broersma niet in de kuil die hij stelselmatig voor zichzelf graaft met zijn lofzangen op mooie dames en observatie van afwijkend gedrag. Ik gun het Rijks alle goeds en hoop van harte dat het op beveiligingsgebied nooit fout gaat, maar diep in mij is een duiveltje dat bijna onhoorbaar bij voorbaat in zijn vuistje lacht.

Overigens: laat ik nu altijd gedacht hebben dat het not-done is mededelingen te doen over je beveiliging. Ik raad iedereen aan die in het Rijksmuseum iets wil uitspoken: beware of beautiful girls.

Ton Cremers,

Den Haag, 26 februari 2014

Lees verder: https://museumbeveiliging.com/2014/02/27/wie-beschermt-onze-rembrandts-predictive-profilers/

 

Post a Comment